Pionieren is een techniek om met behulp van touwen en palen objecten te maken. Je kunt daarbij denken aan bruggen, torens, schommels, bankjes, tafels en veel meer. De knopen die daarvoor gebruikt worden heten sjorringen.
De verkenners pionieren weleens hun eigen kabelbaan.
Er zijn verschillende soorten sjorringen. Voor verschillende doeleinden gebruik je een andere sjorring om een zo stevig mogelijk resultaat te krijgen. Hieronder leggen we de meest gebruikte, de kruissjorring, uit. Die wordt gebruikt om twee palen haaks aan elkaar te bevestigen, bijvoorbeeld in een kampkeuken.
A. Je begint de kruissjorring met een mastworp op de verticale paal (staander).
B en C. Nu maak je drie wikkelingen. Op de horizontale paal komen de wikkelingen aan de buitenkant van de eerste wikkeling te liggen, op de verticale paal komen de slagen juist aan de binnenkant van de eerste wikkeling (en dus van de mastworp) te liggen. Zo loopt het touw naar buiten toe af en komt er straks op elke wikkeling evenveel spanning te staan. Zorg dat je de wikkelingen stevig aantrekt.
D, E & F= Nadat je drie volledige wikkelingen hebt gemaakt ga je woelen. Dit doe je drie keer. Zorg ervoor dat ke de woelingen stevig aantrekt.
G, H & I= Nu werk je de sjorring stevig af met een mastworp op de horizontale paal. Let erop dat je de mastworp dicht naast de sjorring maakt. Touw over? Dit wikkel je naast de mastworp om de paal. Sluit weer af met een mastworp.