Wij zijn dol op kampvuur. Kampvuur hoort gewoon bij Scouting als slagroom bij aardbeien. Er is iets met de vlammen, warmte en knetterende eikenhout, dat een magische uitwerking op ons heeft. Misschien wel op iedereen, maar we hebben het niet aan iedereen gevraagd, dus dat weten we niet zeker. Bovendien is een kampvuur natuurlijk ook uitstekend geschikt om lekker warm bij te worden of je eten op te koken.

De laatste avond van zomerkamp hebben de welpen, kabouters, verkenners en gidsen altijd samen een kampvuur. Voor sommigen de kans om hun broer of zus weer eens te zien, voor iedereen een kans om nog eens terug te kijken op een meestal fantastische week. En natuurlijk wat van je eigen belevenissen met de andere speltakken te delen.

Maar ook gedurende de kampweek en eigenlijk ook de rest van het Scoutingseizoen worden er regelmatig vuurtjes gestookt. Want een kampvuur is nou eenmaal de plek om op te warmen, verhalen te vertellen, lekker te kletsen, eten te koken of je gedachten te laten afdwalen en in de vlammen te staren.

Zelfs de bizons zullen voor hun kamp niet snel een locatie uitzoeken waar ze geen kampvuur kunnen stoken. Want er niks toch niks gezelliger dan tot laat in de avond met z'n allen rond het kampvuur zitten.